ASSETS
Nieuws en bijeenkomsten die je slimmer maken.
Bespaar op kunstmest
Er worden steeds meer plichten en regels gesteld aan het gebruik van kunstmest. Daarom is het noodzakelijk om nauwkeurig om te gaan met het gebruik hiervan. Dit is mogelijk door data te verzamelen, deze te verwerken in een taakkaart en vervolgens met precisielandbouw een variabele bemesting toe te passen. De visie is om hiermee een nauwkeurige en specifieke bemesting toe te kunnen passen, waardoor een besparing op het gebruik van kunstmeststoffen mogelijk is. De besparing kan vervolgens wel worden gebruikt, om bijvoorbeeld de sterke plekken in het perceel nog verder te versterken of de zwakke plekken te verbeteren.
Gewassensoren en variabel bemesten
Met gewassensoren is het mogelijk om data te verzamelen, die iets zegt over de groei van planten. Dit is mogelijk door de hoeveelheid teruggekaatst (zon)licht op te vangen met de gewassensor. Dit kan omdat planten (zon)licht opnemen, het andere licht wat niet wordt opgenomen, wordt teruggekaatst. Het licht wat wordt teruggekaatst wordt vervolgens opgevangen en waargenomen door de sensor. Aan de hand van de hoeveelheid opgevangen licht, kan er een vegetatie index worden gemeten, zoals bijvoorbeeld de NDVI, WDVI en meer. De gemeten vegetatie index kan vervolgens worden omgezet naar een biomassakaart of een chlorofylkaart. Deze kaarten geven de groei en de behoefte aan stikstof van de planten over het gehele perceel weer. Aan de hand hiervan kan de hoeveelheid bemesting worden bepaald, van bijvoorbeeld stikstof.
De Fritzmeijer gewassensor is een sensor die het teruggekaatste zonlicht kan opvangen en vegetatie indexen kan meten. Het praktijkcentrum heeft de beschikking over deze sensoren en kunnen worden bevestigd aan bijvoorbeeld de spuit of op verschillende tractoren. Nadat de data is verzamelde en de vegetatie indexen zijn gemeten, worden deze omgezet naar een biomassa- of chlorofylkaarten. Deze data kan vervolgens worden verwerkt in een taakkaart. Hierna is het mogelijk om een teeltmaatregel specifiek uit te voeren, zoals het variabel bemesten van kunstmest of het variabel doseren van bladmeststoffen.
Daarnaast is het ook mogelijk om de bodempotentiekaart te gebruiken en die te combineren met de scans die de vegetatieve indexen meet. Aan de hand hiervan kan de behoefte aan stikstof in beeld worden gebracht. Vervolgens kan de juiste hoeveelheid gift worden berekend voor het bij-bemest moment. Binnen Van den Borne Aardappelen worden de plekken met een hoge opbrengstpotentie voorzien van extra kunstmest. De plekken waar de opbrengstpotentie op basis van de bodempotentie kaart lager zijn, worden voorzien van minder kunstmest.
Aan de hand van de bodemscan kan dierlijke mest in de vorm van bijvoorbeeld rundveedrijfmest of varkensdrijfmest, variabel worden uitgereden. Het lastige aan het variabel uitrijden van dierlijke mest, is dat dierlijke mest veel variaties vertoond. Hierdoor is het mogelijk dat er op sommige delen van het perceel, te veel of te weinig stikstof of andere nutriënten worden uitgereden. Het is dus lastig om echt te sturen op bepaalde gehaltes. Wel is het mogelijk om variabel aan te sturen in de hoeveelheden drijfmest op een perceel. Achteraf kan er met behulp van de NIR-sensor wel worden bepaald hoeveel stikstof er is uitgereden op bepaalde zones op het perceel. Zo kan het alsnog duidelijk worden hoeveel stikstof er precies is bemest op een bepaalde zone van het perceel.
Project 'Brabant Bemest Beter'
In 2019 is het meerjarige project Brabant Bemest Beter gestart in samenwerking met HAS Hogeschool, ZLTO, het Nederlands centrum voor mestverwerking en de provincie Noord-Brabant.
Dit project is gericht op het juist toepassen van dierlijke mest in de teelt en binnen het Praktijkcentrum voor Precisielandbouw, vooral op het kunstmest vrij telen van bijvoorbeeld aardappelen. Dit voornamelijk omdat er in dierlijke mest, (essentiële) meststoffen worden geproduceerd, die anderzijds weer essentieel en noodzakelijke zijn bij de teelt van verschillende gewassen. Meststoffen zijn voedingsstoffen voor de plant, de plant heeft deze voedingsstoffen nodig voor de groei van het gewas, aangezien verschillende voedingstoffen noodzakelijke zijn bij verschillende processen in de plant. Een gebrek kan gevolgen hebben voor de groei en kwaliteit van het gewas. Zo is bijvoorbeeld Stikstof (N) noodzakelijk voor het bevorderen van de groei van de plant en het fotosynthese proces. Kalium (K) is weer een essentieel element voor de vochthuishouding en de celspanning van de plant.
Het project heeft het doel om een vitale en vruchtbaardere bodem te creëren, het klimaatimpact te verlagen (minder kunstmest en minder opslag van CO2 in de bodem), verbeteren van het inkomen van de boer en het verbeteren van de kwaliteit van het water en de natuur.
Het Praktijkcentrum is binnen het project een vierjarige experiment gestart, waarbij kunstmest op verschillende teeltstroken wordt afgebouwd. Hierbij worden er verschillende stroken aangelegd met verschillende hoeveelheden dierlijke mest en verschillende hoeveelheden kunstmest. Uiteindelijk wordt er binnen de proef gekeken wat de verschillende behandeling doen met de groei en uiteindelijke opbrengst van het gewas.